Les 2  Het dagelijkse leven in oorlogstijd

In het begin van de oorlog regende het granaatscherven van het afweergeschut. Dit luchtafweergeschut bestond uit grote machinegeweren en snelvuur kanonnen. De Duitsers konden daarmee de vliegtuigen van hun tegenstanders uit de lucht schieten. Het luchtafweergeschut stond meestal op de grond, maar ook wel eens op een hoog gebouw. In Rotterdam stond het op het hoogste kantoorgebouw van Nederland. Dit was het GEB-gebouw. GEB staat voor Gemeentelijk Energiebedrijf. De Duitsers maakten er bovenop ook nog een uitkijkpost waardoor het luchtafweergeschut nog 7 meter hoger kwam te staan. De hoogte van het gebouw was daardoor 65 meter. Andries en zijn vrienden maakten er een wedstrijdje van om de door de bommen veroorzaakten scherven bij elkaar te zoeken. 

 

 

Andries' vader zit bij de ondergrondse. De ondergrondse wordt ook het verzet genoemd. Dit zijn de mensen die tegenstand boden aan de Duitsers. Zij probeerden ook anderen te helpen met onderduiken. Verder overvielen zij voedseltransporten en gaven de veroverde voedingsmiddelen aan mensen die niks te eten hadden. Ze schreven ook verzetskrantjes. Die moest Andries rondbrengen. 

 

 

In de oorlog hadden sommige mensen een radio. Daarmee luisterden ze naar Radio Oranje. Dat was het radioprogramma van Nederland uit Londen. De Nederlandse regering en de leden van het koningshuis waren naar Engeland gevlucht. Elke avond was er een uitzending van een kwartier. Er werd nieuws door gegeven en de mensen in het bezette gebied werd moed ingesproken. Er werden ook geheime berichten verzonden. Een voorbeeld is: ‘Bericht van Bob voor Jan: 'Blijf op de plaats waar je bent.’ Deze persoon wist dan wat hij of zij moest doen.

De Duitsers hadden de Nederlanders verboden om naar deze uitzendingen te luisteren. Uiteindelijk werden alle Nederlanders verplicht hun radio in te leveren. Er waren ook mensen die hun radio hielden en deze goed verstopten.

 

 

Er ontstond in Nederland steeds meer tekorten aan voedsel en brandstof. Mensen gingen daarom overal op zoek naar brandstof. 

 

 

De bedoeling van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog was om alle Joodse mensen op te pakken en te vermoorden. De meeste Joden uit Nederland werden naar kampen gebracht. Dit was zogenaamd om te gaan werken. Dit was niet zo. De mensen werden naar een gaskamer gebracht en door dit gas werden zij gedood. Van de naar schatting 140.000 Joden in Nederland in mei 1940, zijn er ongeveer 101.800 vermoord of door ziekte en uitputting gestorven.

 

Opdrachten

1    Waarvoor diende het luchtafweergeschut?

2   Wat zou er in een verzetskrantje voor nieuws hebben gestaan? Kun jij iets bedenken?

3   Hoe heette de koningin die de Nederlanders via Radio Oranje toesprak? Geef een                     voorbeeld van wat ze zei. Je kunt dit googlen. 

4   Wat werd er in de oorlog als brandstof gebruikt? Hoe kwamen de mensen daaraan? 

5   Er waren, behalve de Joodse mensen, nog andere groepen mensen die de Duitsers                    oppakten en vermoorden. Geef een voorbeeld. Je kunt dit googlen.